Een gewoon gemeentelid die het waagt de plaats van een dominee in te nemen, dat was gedurende het grootste deel van de vorige eeuw ondenkbaar. De eerste gebedsdiensten in de gemeente Zeerijp Westeremden-Eenum die door gemeenteleden werden verzorgd dateren uit het begin van de jaren ’80, en Iwamen uit verschillende initiatieven voort. In 1973 werd het nieuwe liedboek van de kerken ingevoerd. Zoals Bertus Huizing zich herinnert, was het de bedoeling dat in de kerkdiensten iedere week een zogenaamd lied van de week werd gezongen. Pastoraal werker Berend Ligtenberg ondersteunde dit door het instellen van zaterdagavond-bijeenkomsten, waar het lied werd ingestudeerd met behulp van de organist, die ook als voorzanger optrad. Er was verder een schriftlezing en gebed, geen meditatie. Na enige tijd gingen ook gemeenteleden hierin voor. In Westeremden waren vanaf 1980 de vaste NH ochtenddiensten gestaakt in verband met de fusie met Zeerijp Eenum. Een commissie ‘Schuif Maar Bij’, waawan ik deel uitmaakte, begon toen diensten te verzorgen op een paar zondagavonden in het jaar. Voor de preek werd een predikant aangezocht, iedere keer een andere, maar de rest van de liturgie vulden de leden bij toerbeurt, samen met de organist, en soms nog een andere muzikant.
Die ervaring Iwam goed van pas toen voorganger Jan Wagenvoort in 1982 een half jaar studieverlof kreeg, en er voor zijn werkzaamheden vervanging werd gezocht. Een werkgroep adviseerde om de zondagse diensten eenmaal in de maand als avondgebed vorm te geven. Hierdoor kon het aantal gastpredikanten worden beperkt, wat financiële voordelen bood, maar ook een uitdaging vormde voor de gemeente. Zo gebeurde het dat Tamme Bolwijn en ik samen in Zeerijp een avondgebed verzorgden, een maand later Bertus Huizing en ik, en vervolgens nog anderen waawan ik de namen niet kan terugvinden.
De kogel was dus door de kerk: leken aan het woord in de diensten, zij het niet op de kansel. Dat was voor de gemeente wel even wennen. Bertus zegt daarover: ‘het was opzienbarend, niet omdat een ochtendgebed of een avondgebed op zichzelf iets nieuws was, ook in andere gemeenten gebeurde dit wel, maar dan altijd als aanvulling op de zondagse dienst maar niet in plaats van een reguliere dienst. Dat een morgengebed evenals “gewone” kerkdiensten onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad wordt gehouden wordt zichtbaar als de ouderling van dienst dit uitdrukt door aan het begin van de dienst de voorgangers de hand te reiken.’
Ik kan voor de latere jaren ’80 en de jaren ’90 geen precieze gegevens over zulke Riepster ochtendgebeden terugvinden, maar volgens Bertus zijn die ononderbroken voortgezet, waarbij ook onze predikanten wel eens een dienst als gebed vormgaven. Verder was duidelijk dat Zeerijp een gemeente was waar veel kon. Ik herinner me dat Hans-Herbert Lange, de dominee van onze zusterkerk in Dabel, wenste dat die gemeente ook zo mondig was.
De vormgeving van de diensten is aan verandering onderhevig geweest. Zoals Bertus zich herinnert, was er in de eerste ochtendgebedsdiensten geen meditatie opgenomen: schriftlezing, gebed en gezang stonden centraal. Maar omdat de diensten daardoor erg kort werden is een meditatie toegevoegd, die in de loop der tijd soms langer, soms korter werd. Ook gaf de liturgie een bijzondere plaats aan ‘Woorden van geloof’ , die vaak werden geput uit een boekje waarin belijdenissen uit de hele wereld waren verzameld. Zo werden banden aangehaald met gelovigen wereldwijd, maar dat credo is inmiddels weer op de achtergrond geraakt. Vanaf het jaar 2000 vind ik in mijn oude agenda’s regelmatig ochtendgebeden, want toen begon ik er zelf aan deel te nemen. Ik herinner me als teamgenoten vooral Bertus Huizing, Elske Kramer, Henk, Reina en
Tineke Wierenga, Martha van de Haven,
André Dallinga, Gerda Potze, en Marika Meijer, en niet te vergeten dominees Marion Hartman en Tjalling Huisman. De meeste commissieleden zochten de tekst van hun overdenking in een boek, of later op internet. Bertus gebruikte in de beginjaren kerkdiensten van het IKON, waar je een abonnement op kon nemen. Ik wilde de kans om zelf iets op te stellen niet laten voorbijgaan. Omdat er volgens de liturgie altijd twee bijbelgedeelten werden gelezen, was het interessant naar overeenkomsten te zoeken, die een nieuw licht op de teksten wierpen. Net iets voor mij, teksten interpreteren was tenslotte mijn vak. Het was ook leuk om er een bijpassend kinderverhaaltje bij te fantaseren, maar helaas verdwenen in de loop der tijd de kinderen uit de ochtendgebeden. In tegenstelling tot het morgengebed zijn bij het avondgebed wel perioden van onderbreking geweest. Enige tijd na het prille begin in 1973 gingen ook gemeenteleden hierin voor; en op den duur is ook in die diensten een korte meditatie gewoonte geworden.
De gebedsdiensten zijn in onze gemeente al zo vanzelfsprekend geworden dat we zelf niet meer beseffen hoe bijzonder ze zijn; misschien zijn ze tegenwoordig niet meer uniek, maar pionierswerk zijn ze nog steeds, met name het ochtendgebed. Ze worden meestal minder talrijk bijgewoond dan een reguliere preekdienst, maar onder degenen die komen zijn veel trouwe klanten, met wie het prettig napraten is. Laten we hopen dat het nog lang zo mag doorgaan.
Henk Dragstra, met veel dank aan Bertus Huizing.