Onderstaande preek werd door ds. Van den Bor uitgesproken tijdens de fusiedienst op 15 september.
Op een dag als vandaag valt er veel te zeggen. Omwille van de tijd kan echter niet alles gezegd worden. Er moeten keuzes gemaakt worden, ook door mij.
Het eerste wat ik op deze dag graag gezegd wil hebben, is dat het samengaan van onze twee gemeentes te danken is aan alle mensen die daar in de afgelopen jaren aan gewerkt hebben.
En dan bedoel ik niet alleen de laatste twee jaar, maar ook de tientallen jaren daarvoor. Ons samengaan is niet van de ene op de ander dag tot stand gekomen maar dankzij de inspanningen van velen in de afgelopen decennia.Het is een kwestie van geduld geweest. Van telkens een paar stappen verder, een pas op de plaats, weer een paar stappen verder, een pas op de plaats, en zo voort. Zonder al deze stappen die in de vele voorgaande jaren zijn gezet, zouden we vandaag niet zijn waar we nu staan.
Dank dus aan allen voor hun moeite en hun inspanningen die, alles van allen bij elkaar, ertoe hebben geleid dat wij vandaag één gemeente vormen.
Vandaag liggen tal van onderwerpen voor het oprapen. Ik heb ervoor gekozen om alleen stil te staan bij de lezing uit de brief van Jacobus die voor deze dag op het leesrooster staat. “Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen. ” Of zoals in de Bijbel in Gewone taal valt te lezen: “Als je niet goed bent voor anderen, zal God niet goed zijn voor jou. “
Misschien is het aardig om deze woorden in gedachten te houden als het gaat over het asielbeleid en ontwikkelingssamenwerking.
Maar goed, waar ik op deze dag aan wil blijven haken is bij het laatste vers, dat in de Bijbel in Gewone taal zo te lezen valt: “Iemand zou kunnen zeggen: ‘Sommige christenen geloven alleen maar, en Anderen doen ook nog goede dingen. Dat is allebei prima!’ Maar dan zeg ik: Nee! Iemand die geen goede dingen doet, heeft geen echt geloof. Alleen iemand die ook goede dingen doet, laat zien dat hij echt gelooft. “
Als nieuwe gemeente Fivelstroom hebben wij op papier gezet dat wij een dienende gemeente aan de Bron willen zijn. Hoe wij daar de komende tijd verder invulling aan gaan geven zal nog moeten blijken. Maar één ding staat al wel vast, toch, het zal niet bij woorden blijven.
Fivelstroom is een gemeenschap die werk maakt van betrokkenheid bij elkaar.
Wij zijn een geloofsgemeenschap bij de Bron. Wij zijn ook een geloofswerkgemeenschap, een gemeenschap die werk maakt van geloven. Een gemeenschap die, om het klassiek te zeggen, werk maakt van vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping. Tegelijkertijd zou ik het vandaag ook klein willen houden. Een gemeenschap die werk maakt van betrokkenheid bij elkaar. Een gemeenschap die werk maakt van hele gewone, fatsoenlijke, vriendelijke en aardige onderlinge omgangsvormen. Een gemeenschap waar iedereen elkaar niet meteen lief hoeft te vinden – daar krijg ik zelfs een beetje jeuk van, maar dat zegt misschien meer over mij. Gewoon een gemeenschap waar iedereen zich welkom voelt. Waar een bepaalde warmte is. Waar vrijheid is. Waar je alles kunt vragen en alles kunt zeggen. Waar je helemaal kunt zijn zoals je bent. Waar dingen mis mogen gaan. Waar niemand de wind van voren krijgt.

In het huidige Nederlandse maatschappelijke klimaat is zo ’n geloofswerkgemeenschap een verademing, geloof ik. Een plaats waar mensen tot rust kunnen komen. Even bevrijd van al het gescheld en geschreeuw waar ons welvarend landje zo dikwijls bol van staat.
Nu kan het zijn dat je denkt: ‘Moet je horen wie het zegt. En mocht je dat denken, dan heb je gelijk. Als voorganger ben ik niet het beste voorbeeld van de woorden die ik zeg. Mede daarom wil ik vandaag afsluiten met een kort verhaaltje, maar ik vertel dat niet als een excuus voor mijn tekortkomingen. Tijdens mijn bezoek, afgelopen maand, aan de Tent of Nations, bij Bethlehem, heb ik Daher Nassar ontmoet. Daher is boer. Zijn leeftijd weet ik niet, maar hij is ouder dan ik ben. Zo goed als ik kon, probeerde ik hem bij het een en ander te helpen. Daher is boer. Zijn leeftijd weet ik niet, maar hij is ouder dan ik ben. Zo goed als ik kon, probeerde ik hem bij het een en ander te helpen.
Daher reed op de trekker en ik liep er dan achteraan. Ik schreeuwde dan ‘ik volg je’ en altijd riep Dahar dan luid lachend terug: ‘don’t follow me, follow Jesus’ ‘volg mij niet, volg Jezus’.
Zou het kunnen, zo heb ik me bedacht, dat ik van Jezus te veel een gespreksonderwerp heb gemaakt. Dat ik Jezus terug hebt gebracht tot een leerstuk waarover ik met anderen discussieer, dikwijls in een welles nietes atmosfeer?
Maar mijn verlangen is dat ik mij een levensstijl eigen wil maken zoals de zijne. Een manier van leven dat gekenmerkt wordt door barmhartigheid, vergevingsgezindheid, naastenliefde. En dat dat dan niet bij mooie woorden blijft, maar daadwerkelijk en concreet handen en voeten krijgt.
Ik wil, en blijf er vast van overtuigd, dat een geloofswerkgemeenschap de beste plek is om die levenswijze van Jezus mij eigen te maken. Telkens weer, telkens weer anders, als nieuw. Een geloofswerkgemeenschap waar we doen, sâmen, wat wij geloven.
Zo’n gemeenschap is de gemeente Fivelstroom: dat zijn wij.