Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, 24 november, hebben we de gemeenteleden herdacht die in het afgelopen jaar zijn overleden. Van 25 gemeenteleden is de naam genoemd en voor hen is een kaars aangestoken. Als gemeente geloven wij dat elk mensenleven in Gods hand bewaard is. Met het noemen van de namen van hen die ons zijn ontvallen, herinneren wij hen in het licht van God.
Er waren tijdens de dienst veel familieleden aanwezig, die in de gelegenheid waren om zelf de kaars voor hun dierbare aan te steken. Daarna konden alle aanwezigen ook een kaarsje aansteken.
Tijdens het aansteken van de kaarsen zongen we meermaals samen het volgende refrein: Die ons gedenkt en van geen mensenkind de naam vergeet:
hecht dan uw hart aan wie wij Uhier noemen. Erbarm u, Heer!
Bij de kaarsen stond een prachtig bloemstuk met daarin 25 rozen. De betekenis: “De 25 witte rozen staan voor de 25 gemeenteleden die afgelopen jaar zijn overleden. Boven de rozen het hart van rode kornoelje, symbool van de liefde in het leven. De witte lelies wijzen omhoog als troost dat de liefde van de
Eeuwige zal blijven bestaan” De Riepster Cantorij begeleidde de dienst muzikaal met bij de dienst passende liederen. Op de reacties afgaande, kunnen we terugkijken op een bijzondere, gedenkwaardige Eeuwigheidszondag.
We sluiten af met een paar regels uit de uitleg en verkondiging van ds. Andre van der Bor (naar Matteus 5 1 12) : “Benijdenswaardig de treurenden – zij weten wat liefde is want zij zullen getroost worden” Anders gezegd :
Wie weet wat liefde is, heeft ook weet van verdriet.
En wie weet van verdriet, weet ook hoe goed het doet om getroost te worden. Daarom, de ander troosten is niet meer dan vanzelfsprekend voor eenieder die weet wat liefde is.
Dat wij elkaar mogen blijven troosten!
Met vriendelijke groet namens de voorbereidingsgroep, Jolanda Beereboom, Andre v/d Bor,
Gerda Potze, Roelie Smid, Annie Veenstra, Titia Vriesema