Ooit dacht ik dat ik er als dominee vooral was voor volwassenen. lk had mijn handen vol aan de ‘grotemensenproblemen’. Totdat ik jeugdwerker werd in een anglicaanse gemeente in Cambridge. Het duurde even voordat ik besefte hoeveel vreugde het me gaf om met kinderen te werken.
Kinderen hebben een onbevangen blik op Bijbelverhalen. Zelfs peuters konden mij iets leren. Het ging niet om het overbrengen van kennis, maar om samen God ontdekken in deze wereld. lk stond versteld van de wijsheid en inzichten die ik kreeg van de jongsten in de gemeente. Waarom had ik hen niet eerder gezien?
Toen ik als dominee in Nederland aan de slag ging, keek ik met een andere blik. lk zag de kinderen. Niet als kleine, schattige en luidruchtige kleintjes die we naar de kindernevendienst sturen zodat wij rust hebben. En vooral niet als leuk aanhangsel naast het ‘echte’ kerkenwerk. Maar als medegelovigen die er nu al bij horen. Theoloog Andrew Root schrijft in zijn boek The congregation in a secular age dat hoop voor krimpende kerken te vinden is in momenten van verbinding. Die momenten komen verrassend genoeg het meest voor in de ontmoeting met kinderen. Kinderen zijn niet de toekomst van de kerk, ze zijn nu al de kerk. Een kerk die kinderen draagt en verwelkomt, is een vitale kerk. Hoe vergrijsd en klein ook.
Initiatieven zoals Kliederkerk en Godly Play zijn geen leuke extraatjes voor wie er toevallig zin in heeft. Het hoort bij de kern van ons kerk-zijn: alle leeftijden ruimte bieden om God te ontdekken. We mogen daar best een belangrijk deel van onze tijd en aandacht aan besteden. Want wie kinderen altijd alleen maar de kerkzaal uit stuurt, kan zich afvragen of Jezus’ woorden wel gehoor vinden: “lk verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.”
Deze column is ook verschenen in het blad Petrus van de Protestantse Kerk in Nederland.