Dabel

De afbeelding hierboven, met de vier kerkjes die knus tegen elkaar aanleunen, was het embleem van het kerkblad van de voormalige hervormde gemeente Zeerijp-Eenum -Westeremden.

Het begon allemaal in het begin van de 80er jaren van de vorige eeuw. Dhr. Korteweg reisde namens de Oost Duitsland commissie van de Hervormde Kerk geregeld door de DDR om contacten te leggen tussen hervormde gemeenten en plaatselijke Evangelisch Lutherse kerken. Hij bracht ons in contact met de kerk in Dabel, een klein dorpje gelegen in de deelstaat Mecklenburg Voorpommeren met als hoofdstad Schwerin.

Een kleine gemeente met als predikant ds Hans Herbert Lange. Volgens Korteweg pasten deze gemeenten wel bij elkaar. Na de eerste telefonische contacten werd in 1982

o.l.v. pastor Jan Wagenvoort de eerste reis met jongeren uit de gemeente ondernomen en begon het avontuur. Op weg naar een land waar de inwoners niet in vrijheid konden leven onder een onderdrukkend communistisch regiem . Dat merkten we al bij de grensovergang waar we door de grenswachten onvriendelijk en met wantrouwen werden ontvangen. Alle bagage uit de auto en spiegels er onder. Onder het zeil van mijn kofferbak vonden ze het magazine “De Boerderij” (wist ik niet) en werd verdacht van het binnensmokkelen van staatsgevaarlijke lectuur. Mee naar het kantoor maar ze Iwamen er gelukkig al gauw achter dat koeien en varkens geen politieke bedoelingen hadden.

De eerste groep werd hartelijk ontvangen door ds. Herbert Lange en zijn vrouw Astrid en hun zoontjes Christian en Andreas. Toch was het eerst onwennig en eerlijk gezegd hadden we ook geen idee hoe het voor de mensen was om te leven onder een dictatuur waar je altijd moest opletten wat je zei omdat je niemand kon vertrouwen. Vanuit haar ideologie stond het regime natuurlijk ook vijandig tegenover de kerk omdat er maar één geloof was toegestaan en wel in de communistische heilstaat. Zelfs bij de vertrouwelijke gesprekken met gemeenteleden in de pastorie waar altijd de gordijnen werden gesloten. Later kwamen we er pas achter dat zelfs ook daar ieder op zijn woorden moest letten. Verraad loerde overal. Dat de kerk werd gedoogd, mits ze zich niet kritisch opstelde tegenover het bewind, had ook te maken met het feit dat vanouds de kerk in Duitsland een grote maatschappelijke taak heeft op het gebied van gezondheidszorg. Dat kwam de regering goed uit.

Zo was Astrid Gemeindeschwester, (wiijkverpleegkundige) en trok er iedere dag in haar Trabantje op uit om patiënten te bezoeken. Mijn indruk was dat de mensen in Dabel redelijk gelukkig en ontspannen leefden, als je je maar bij de situatie neerlegde. Niet ieder kon dat en Jürgen Kulhman, de echtgenoot van Ingrid nam ontslag als leraar geschiedenis omdat zoals hij zei : “es ist ein groszen Lügen” , wat ik mijn leerlingen moet vertellen.

De consequentie was wel dat hij geen baan weer kon krijgen en alleen in zwaar loswerk wat kon verdienen. Maar toch was het leven op het platteland met zijn prachtige natuur vrijer en blijer dan in de ongezellige grauwe steden van die tijd. Wat mij als boer erg raakte was natuurlijk de gedwongen collectivisering van de landbouw waarbij de boeren hun grond moesten inleveren in een LPG. waar ze vervolgens werknemer werden, wel met vaste werktijden en vakantie. Maar echt boer werden ze pas weer als om 5 uur het werk was gedaan en ze met hart en ziel konden “boeren” op hun halve hectare grond die ze mochten houden. Zo bezochten in de loop der jaren steeds meer groepen onze partnergemeente. Het vertrouwen en de vriendschap groeiden en er ontstonden ook persoonlijke contacten, vooral ook door het logeren bij de mensen in Dabel. Taalproblemen vielen erg mee ook voor de mensen die geen of nauwelijks Duits spraken. Wel vaak een verbaasde blik als er werd gezegd we bellen wel even als we thuis zijn. Het afscheid nemen was dan ook altijd emotioneel met veel omhelzingen en tranen. Heel voelbaar was dan dat wij weer naar een vrij land gingen en onze vrienden daar achter een muur bleven opgesloten. Bijzondere momenten waren natuurlijk de gezamenlijke kerkdiensten in het romaanse kerkje gebouwd van veldstenen.

De sobere Lutherse liturgie met een vaste lector en Ingrid Kuhlman als beroepsorganist die ook het handklokkenkoor dirigeert. Ds. Hans Herbert Lange moest in zijn kleine gemeente voor de dienst alles zelf regelen tot aan het luiden van de klok toe en toen wij hem vertelden wat bij ons de kerkenraad allemaal regelt, keek hij heel verbaasd en vroeg zich af wat onze dominee dan allemaal deed. Er waren twee bezoeken met de nodige spanning. De eerst betrof het geplande bezoek aan Dabel na de kernramp in Tjernobyl. Astrid had ons verzekerd dat het in Dabel veilig was maar toch bleef het meespelen. Het tweede bezoek was in de herfst van 1989 toen de opstand begon met enorme mensenmassa’s o.a. in Leipzig met de kreet “Wir sind das Volk”. Uit Dabel verzekerde men ons dat het daar rustig was en verantwoord om te komen. Ds Pim Bons vertrok met een groep jongeren en dat was het laatste bezoek voor de Wende. Een absoluut hoogtepunt was natuurlijk de busreis met cantorij en gemeenteleden. Het was feest in het kerkje waar de cantorij zong en Pim Bons de preek hield. Er werd ook avondmaal gevierd waarin een hilarisch moment toen Ds. Herbert Lange die volgens de Lutherse traditie de beker aan een gemeentelid uitreikte en deze zoals wij waren gewend, doorgaf aan zijn buurman en zo verder. Hans Herbert had het nakijken.

En…..toen was het zover. In 1990 kon eindelijk een grote groep gemeenteleden naar ons toekomen inclusief hun beroemde handklokkenkoor o.l.v. Ingrid Kuhlman. Er werd een programma samengesteld met het handklokkenkoor, Bouke Tichelaar als organist en ook samenzang. De Jacobuskerk was stamp- en stampvol. Op het gemeentehuis van Loppersum werden we ontvangen door burgemeester Pit die hen verwelkomde en een toespraak hield. Ook bezochten we Wiemersheerd omdat de mensen uit Dabel graag een indruk wilden krijgen hoe het in Nederland stond met de ouderenzorg. Het bezoeken over en weer was nu geen probleem meer maar verder in de negentiger jaren verflauwde het contact toch langzamerhand. De mensen van het eerste uur werden ouder, de veranderingen in de nu vroegere DDR verliepen razend snel. Het moderne westerse leven deed zijn intree en ook de romantische met keien bestrate dorpsweg in Dabel werd al snel vervangen door asfalt. De tijd was gekomen dat het eigenlijke doel , ons solidair tonen met mede christenen die leefden onder een onderdrukkend systeem, niet meer aan de orde was.

Persoonlijke contacten bleven nog wel langer bestaan (een enkele bestaat nog altijd) maar in Zeerijp, ook in de kerkelijke gemeente, roept Dabel nog maar bij enkelen herinneringen op aan een indruk\’vekkende tijd in onze gemeente waarin we onze medechristenen, die in een benarde positie verkeerden moreel en praktisch konden ondersteunen.

Bertus Huizing

Protestantse Gemeente Fivelstroom te Loppersum en omstreken