9 Maart 2025 – Cantatedienst met muziek van Telemann op de eerste zondag van de
40-dagentijd Invocabit

Cantate: Fleuch der Lüste Zauberauen, Invocabit (1725)
Componist: Georg Phillip Telemann (1681-1767)
Solist: Reina Zijlstra-Wierenga
Georg Philipp Telemann (14 maart 1681 – 25 juni 1767) was een Duitse barokcomponist en multi-instrumentalist. Hij was bijna volledig autodidact in de muziek, maar werd tegen de wil van zijn familie in componist. Na zijn studie in Magdeburg, Zellerfeld en Hildesheim ging Telemann rechten studeren aan de Universiteit van Leipzig, maar koos uiteindelijk voor een carrière in de muziek. Hij bekleedde belangrijke functies in Leipzig, Sorau, Eisenach en Frankfurt voordat hij zich in 1721 in Hamburg vestigde, waar hij muzikaal leider werd van de vijf (!) belangrijkste kerken van de stad. Hoewel Telemanns carrière voorspoedig verliep, was zijn persoonlijke leven vrijwel altijd problematisch: zijn eerste vrouw Amalie Eberin stierf slechts een paar maanden na hun huwelijk in 1709 en zijn tweede vrouw Maria Katharina Textor had aardig wat buitenechtelijke affaires en bouwde een grote gokschuld op voordat ze Telemann verliet voor een militair uit Zweden.
Telemann was met 1.700 (!) geschreven cantates een van de meest productieve componisten in de geschiedenis (althans wat betreft het overgebleven oeuvre) en werd door zijn tijdgenoten beschouwd als een van de leidende Duitse componisten van die tijd. Hij werd gunstig vergeleken met zijn vriend Johann Sebastian Bach, die Telemann de peetvader en naamgever van zijn zoon Carl Philipp Emanuel maakte, en met George Frideric Handel, die Telemann ook persoonlijk kende.
De driedelige solo cantate (er is nl. maar een sopraan als solist) van deze zondag is afkomstig uit het jaar 1725 en is opgenomen in Telemanns jaarcyclus met 72 cantates, getiteld Harmonischer Gottesdienst.
Het eerste deel van de cantate van deze zondag is een luchtig deel qua muziek. Er staat een tempo aanduiding boven: Allegro, dit betekent ‘snel’. Dit deel heeft niet veel tekst, waardoor de tekst vaak herhaald wordt. Dit deel is bedoeld om de kerkgangers alvast te prikkelen voor het belangrijke tweede deel.
Het tweede deel is een recitatief, een vertelling. Hier komt de boodschap van de cantate naar voren. Dat de tekst goed duidelijk te volgen moet zijn, blijkt uit de begeleiding met uitsluitend liggende akkoorden. Geen snelle loopjes in de muziek, nee, het gaat hier echt om de tekst. Een muzikale preek, zou je kunnen zeggen. Het is dan ook vanzelfsprekend dat in dit tweede deel veel meer tekst te vinden is tov de overige delen. Zijn er veel tekstherhalingen in deel een en drie, in deel twee wordt er geen woord of zin herhaald.
Het derde deel is de afsluiting van deze solo cantate. Na een duidelijke boodschap in deel twee, komt er een bemoedigende tekst ter afsluiting, beginnend met het woord “Uiteindelijk….”. Als tempo aanduiding voor het afsluitende deel koos Telemann voor Spiritoso, hetgeen betekent ‘met geestdrift’ of ‘bezield’.