Woensdag, 19 maart.

Deze dag was anders dan andere dagen: koud! 10 graden, een enorme overgang. Wel zonnig soms, maar een harde gure wind. Morgen nog kouder. Maar vanavond viel de lang verwachte regen. Het was te koud en winderig, dus wij aten in de samenkomst-grot, vlak bij het centrale, oorspronkelijke huis van onze gastfamilie, waar ook de keuken is. Alles wat nodig was voor een maaltijd moet daarheen gebracht worden. Maar iedereen helpt. Mijn vriendin Wil, net als ik met de taak voor het huishouden te zorgen, wilde vandaag zo graag ook eens met de mannen in het veld werken. Ik stond er dus alleen voor, maar dat was niet erg. Het huishouden is wel wat anders dan in Nederland. Weinig keukengerei, 2 gaspitten met gas uit zo’n grote gasfles, zoals ik ook in mijn studententijd had. Boodschappen doen kunnen we niet, want wij moeten op het terrein blijven voor de veiligheid. Onze gastheer en soms zijn zus halen in Bethlehem wat er nodig is. Wij kunnen wel een lijstje meegeven, maar dikwijls is een gevraagd product niet aanwezig.
Dus krijgen we het niet, maar wel wat anders. Wat we koken is dus : wat voor handen is. Met wat fantasie is het tot nu toe lekker geworden gelukkig. In de keuken zijn 3 soorten kranen/water:
drinkwater, wat in grote ‘vaten’ gekocht wordt, want het is niet veilig om kraanwater te drinken. Ten tweede is er kookwater, dat is regenwater. Het wordt gebruikt om voedsel in te koken, maar is niet schoon genoeg om zomaar te drinken. We gebruiken het om groenten, rijst etc. in te koken. Het komt uit de grote ondergrondse waterreservoirs, die in de winter gevuld moeten raken met regenwater, genoeg tot en met de volgende zomer. Maar in de afgelopen winter zijn de reservoirs niet voldoende gevuld.

Dit water mogen we voor de afwas gebruiken. Afdrogen hoeft niet, de vaat wordt geacht vanzelf droog te worden. De was is ook een heel gedoe. In gedeelten gaat het in koud sop in een wasmachine, d.w.z. een trommel met een soort schroef er in die de was snel laat ronddraaien. 5 minuten in koud sop. Dan met de hand de was uit het water vissen. Spoelen mag maar 1 keer, dan de hele was in1 teil water, wat na 2 gedeelten al soppig en ook verontrustend grauw was. De hele operatie is dus meer een rituele reiniging, waar je in moet geloven. De reden is: Water is Precious. Water is schaars en dus waardevol. Dat hangt overal in de keuken en onder elke kraan staat een bak om druppels op te vangen. Maar het went al. Geen stofzuiger, want nauwelijks elektriciteit, dus aanvegen. Toen Pim en ik en de kinderen in Sarmi in Irian woonden, hadden we ook geen waterleiding en heel weinig elektriciteit. Dus in het huishouden hier sta ik weer in de Sarmi-modus.
Woensdag, 20 maart.
Dit was een enerverende dag. Vannacht om 3 uur was er luchtalarm. Roelof tikte op mijn deur: zo gauw mogelijk naar de grot van ontmoeting, waar we gisteren ook al hadden gegeten vanwege de kou. Schoenen aan, trui en jas, alleen zaklantaarn en telefoon mee. Door het donker naar de grot. Onwerkelijk, maar geen paniek. Het is ook wel een veilige gedachte dat we omringd zijn door die 5 grote nederzettingen. Dus voor Isr. bommen hoeven we niet bang te zijn. Anderen kwamen ook naar de grot en daar zaten we. Er gebeurde niks. Ik wachtte eigenlijk op het sein ‘veilig” zoals dat gebruikelijk was in de 2e wereldoorlog. We praatten, geen paniek. Na een uur besloten we maar weer naar onze logeerplaatsen te gaan. Vanmorgen hoorden we dat het een raket uit Jemen was gericht op vliegveld Ben Goerion maar die onderschept was en een die op een lege plaats was terechtgekomen. Tegen vijven was ik weer op mijn kamer en wonder boven wonder sliep ik tot de wekker ging. Dat is toch wel een teken dat ik me hier ondanks alles veilig genoeg voel. Toen we buiten kwamen om het ontbijt klaar te gaan maken was het heel koud. Het regende heel hard en het stormde. Dus weer ontbijt in de ontmoetingsgrot. Van buitenwerken was geen sprake. We praatten na over de ervaring van de nacht en plots was daar onze gastheer, ingepakt in muts, dikke trui en regenjack. Hij zei dat wie in een grot woonde bij herhaling van luchtalarm in ons eigen grotje konden blijven. Wij ook dus. Een rustig idee. Ook zei hij dat er om 10 uur 4 Duitsers zouden komen, die van de Tent of Nations hadden gehoord, in Jeruzalem logeerden en er meer over wilden weten. Wil en ik dus spoorslags naar de keuken voor meer koffie en mokken. Daar kwam de visite, met onze gastheer. Aardige mensen uit het Roergebied. Even koffie drinken en praten en toen hield onze gastheer zijn praatje.

Als ik weer bij jullie ben zal ik er wel over vertellen. Toen raakten we als groep weer aan de praat. De gasten kregen nog een rondleiding over het terrein, jammer genoeg in slecht weer. Toen de gasten in een taxi waren gegaan kwam de gastheer weer bij ons. Ik vroeg hem of hij aan zijn zus wou vragen of er een regenjack voor mij was. Hij ging meteen op pad en kwam terug met een dik geel regenjack fantastisch. Het is namelijk zo dat vrijwilligers wel eens jacks, truien, etc. achterlaten. Dat had ik gehoord. Ook een extra warme trui uit het depot want de gastheer vond dat ik dat nodig had (hij is heel aardig en we kennen elkaar goed). Wil en ik naar de keuken. Ik kookte een pan linzensoep, lekker als het zo koud en nat is. We sjouwden het geheel naar de ontmoetingsgrot. De gastheer kwam met zijn broer weer bij ons zitten en ze aten mee. Hij had nog een soort trui voor me meegenomen, een van hemzelf, dus je kunt gerust zijn, er wordt goed voor me gezorgd! De broer van de gastheer nodigde ons uit om de dag verder in zijn huis door te brengen, aangezien het zo koud was en daar de houtkachel brandde. Tijdens de afwas in onze keuken regende het ontzettend hard! Een enorm lawaai op het zinken dak. Toen dat minder werd konden ook wij naar het huis gaan waar we uitgenodigd waren, op het terrein. Een heel gezellig Palestijns huis, klein, stoelen en banken tegen de muren, veel familie foto’s, een brandende houtkachel, venkelthee en koekjes op de tafel.

Voor het eerst vandaag was ik niet steenkoud. Ik was blij en verwonderd dat ik dit alles meemaakte. Mensen van ver, van andere cultuur, en toch medemensen, die een band hebben omdat ze .met elkaar de wereld, mensenlevens, een ietsje beter willen maken, in het groot liefst maar ook gewoon zo, op een koude regendag waarop niet gewerkt kon worden. Volgende week ben ik jarig en een vrijwilligster vroeg hoe oud dat ik dan zou worden. Voor ik wat kon antwoorden, riep de gastheer: “Ik weet het precies, 75”. Hij weet natuurlijk wel beter, we kennen elkaar al 15 jaar. Het was heel gezellig en warm. Er was eten gekookt, maar de hele gastfamilie ging ergens anders eten, dus nu zitten wij hier met ons zessen gezellig . 67 km van ons vandaan sterven mannen, vrouwen en kinderen door bommen. De vliegtuigen horen wij overvliegen. Wij kunnen ze niet stoppen. Idiote wereld. Gastheer zegt dat buitenlandse vrijwilligers nog zijn enige schild zijn.