9e blog van Riet

Donderdag, 27 maart.

Vandaag ben ik jarig. Ik had hier gezegd dat het een gewone werkdag zou zijn, geen ‘gedoe’. Maar ik had buiten de waard gerekend. Voor het ontbijt had ik al een heel hartelijke app van onze gastheer met felicitaties en de mededeling dat om half 12 mijn verjaardag gevierd zou worden. Ook zongen de andere 5 vrijwilligers mij na knuffels en goede wensen mij ‘Lang zal ze leven’. Ik kreeg een oranje feestslinger om, die Wil uit Nederland had meegenomen. Ik hielp wel mee met het ontbijt klaar maken, maar Wil kookte ook nog voor iedereen een ei.

Om 7 uur op, een stralende zonnige dag met uitzicht op die prachtige heuvels rondom. Ik was helemaal jarig.

Toen kwam onze gastheer en de hele familie, moeder (88), echtgenote, zus en broer. Weer knuffels van iedereen en lieve wensen. Palestijnse mensen knuffelen doorgaans meer dan Nederlanders. Ik houd erg van geknuffeld worden, dus dat paste precies. Onze gastheer zei dat er een journalist van de New York Times zou komen om half 11 om hem te interviewen, maar om half 12 de birthday party!

Wil ging met de anderen mee naar veld en de Animal Farm. We zijn nu zo geroutineerd in ons werk dat ik het wel alleen afkon. Dus scharrelde ik in de keuken en de journalist kwam, maar daar hoefde ik niks aan te doen omdat ik jarig was.

Inderdaad, om half 12 – de werkers waren allemaal al uit het veld gekomen – was het interview afgelopen en de journalist kwam naar ons toe, roepend: “Where is the birthday girl”. Onze gastheer had het hem kennelijk verteld. Na weer een hartelijke felicitatie vroeg hij of hij mij mocht interviewen. Ik zei maar ja, voor het goede doel. Meer dan een half uur vroeg hij mij zinnige dingen en wij kregen eigenlijk een heel goed gesprek. Hij begreep steeds goed wat ik bedoelde en krabbelde ijverig in steno. Als ik jullie weer zie zal ik meer vertellen hierover. Hij wilde daarna met mij op de foto en schreef mijn adres op.

Toen begon het feest aan de lange tafel op het zijterras. Twee taarten en kopjes Arabische koffie met kardemom. Onze gastheer zei heel aardige dingen tegen en over mij, veel te veel en zei dat ik moest beloven ook volgend jaar mijn verjaardag bij hen te vieren. Ik kreeg een zilveren kettinkje met een Koptisch kruisje en een ster en een speldje in de vorm van een vredesduif, de laatste twee van olijvenhout. Ik gaf de familie een kaars in een kandelaar waarin de kaars als het ware door een hekwerk omsloten wordt, waar het licht doorheen kon schijnen. Ik vond het een symbool voor de Tent of Nations. De kaars zal in de kapel gezet worden. Van de overige vrijwilligers kreeg ik een stola met Palestijns borduurwerk. Fantastisch. Ik zal foto’s sturen. Palestijnse mensen kunnen feestvieren, zelfs in moeilijke omstandigheden. In allerlei talen zongen we verjaardagsliedjes. In het Arabisch ‘Lang zal ze leven’ bijvoorbeeld.

Na ieder 2 stukken taart moest er weer gewerkt worden. Ik was op weg om mijn cadeaus even op te gaan ruimen in ons grothuisje, toen het luchtalarm klonk. Ik was toch nog iets dichter bij de officiële schuilgrot dan bij ons huisje, dus ik holde – voor zover dat mogelijk was op die stenige weg – naar de schuilgrot. Voor dat ik daar was, was er een enorme knal. Ik keek naar de lucht. Twee witte strepen die abrupt ophielden. Weer zaten we met z’n allen in die schuilgrot. Onze gast was er nu ook bij. Hij heeft al veel langer luchtalarmen meegemaakt. Uit ervaring zei dat er hoogstwaarschijnlijk een bom of raket uit de lucht geschoten was. De Israëlische defensie beschermt ons dus ook, dankzij de nederzettingen. Vreemd idee. Zo’n voorval brengt je dan weer bij de realiteit.

Vanavond na het eten was er een afscheidsdienst in de grotkapel voor M, een andere vrijwilliger, die zaterdag weggaat en voor mij. Wil leidde het. Aan een grote kaars staken we weer allemaal een kaars aan, terwijl we zongen: ‘Als alles donker wordt…’. Wil begon met te zeggen dat dit niet alleen een afscheidsdienst was voor M. en mij, maar ook een bezig zijn met de vraag: hoe houden we vast aan wat we hier geleerd hebben wanneer we weer thuis zijn? We zongen, spraken samen dieper dan in ons gewone leven. Wil vertelde een verhaal. Het kwam alles neer op: eenvoudig leven, vertrouwen hebben op elkaar, op God, samen werken, kleine mooie dingen opmerken, dankbaar zijn voor alles, vriendelijk zijn. Dat straalt de familie uit. Dat ervoer ik ook in de dagen hier.

Ik kan niet goed weergeven wat mij in de dagen hier zo raakte en hoop en kracht gaf. Dat je samen voor een goede zaak staat en de verbinding gaande houdt met elkaar, met de natuur om je heen. Dat je bezig blijft met planten en verzorgen ook als het Kwade steeds weer kapot maakt wat je tot stand bracht. Op mijn verzoek zongen we tot slot ‘Dona Nobis Pacem’. Dit heeft me weer moed gegeven om hier weg te gaan, naar jullie toe, een wereld die meestal zo vredig lijkt, maar dreigt ten onder te gaan aan blinde lust tot macht. Ik ben zo dankbaar voor deze verjaardag. Door het donker liepen we weer terug en lichtten elkaar bij met onze zaklantaarns.

Bijbeltekst van de dag

Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want Hij die de belofte heeft gedaan is trouw.
Protestantse Gemeente Fivelstroom te Loppersum en omstreken