Het is alweer april. Nu weet ik wel dat de tijd altijd even snel gaat, maar toch voelt het alsof de tijd steeds sneller gaat. Ik zit nog met ‘Stille Nacht’ in m’n hoofd maar tegen de tijd dat je dit leest, is het Goede Vrijdag! Niet alleen te tijd gaat snel, ook allerhande ontwikkelingen volgen elkaar ontzettend snel op. Of zou het daardoor komen? Omdat er zoveel gebeurt, zou het daardoor lijken alsof de tijd steeds sneller gaat? Er is in korte tijd ongelooflijk veel veranderd. Tot voor kort dacht niemand er toch aan om een noodpakket voor 72 uur in huis te ‘moeten’ hebben? Heel raar.
De Anglicanen Tom Wright en Michael F. Bird schreven het boek Het koninkrijk en de staat. Christen-zijn in een turbulent politiek landschap. Zij stellen dat de democratie wankelt wanneer mensen de democratie vanzelfsprekend gaan vinden. Volgens hen is laksheid dodelijk voor een democratie. Misschien breekt die dodelijke vanzelf sprekendheid ons nu op? Zou er daarom schaamteloos geschreeuwd, gescholden en gedreigd worden? Zou de domheid regeren, die meent dat âlles gezegd moet kunnen worden zonder rekening te houden met mensen en instituties die daaraan kapot zouden kunnen gaan? De ‘verhuftering’ in onze samenleving kan toch niet zonder gevolgen blijven voor ons samenleven?
Kerken kunnen zich niet aan de samenleving onttrekken. Kerkmensen maken deel uit van die samenleving. Natuurlijk! En, zoals het gaat: waar je mee omgaat, daar word je door besmet. Daarom zullen we met elkaar erop alert dienen te zijn dat onbeschoft gedrag binnen de kerk niet normaal wordt. Het zou mooi zijn wanneer kerken plekken blijven waar je kwetsbaar kunt zijn zonder de angst om gekwetst te worden, een huis waar je kunt zijn wie je bent en waar je wordt gewaardeerd om wie je bent. Vanzelfsprekend is dit allemaal niet meer.
Die onvanzelfsprekendheid geldt trouwens ook voor het voortbestaan van kerken. Ik geloof rotsvast dat de Kerk nooit zal ophouden te bestaan. Kerken zullen wel zoals in de afgelopen eeuwen — veranderen.
Sommige worden kleiner, andere groter. Sommige verdwijnen, andere ontstaan. Zo gaat dat. Vanzelfsprekend is het kerkbestaan dus nooit.
Op dit moment staat bij ons het water nog niet aan de lippen, maar het water stijgt wel en als we niets doen, nou ja, dan weet je het wel. Voor nu denk ik dat twee zaken van belang zijn: (1) wat is onze gelovige kern en wat behoort tot onze (on)gelovige franje en (2) het kerklidmaatschap is geen theater abonnement. Over dat eerste later, over dat tweede nu: als je je geroepen weet om (meer) tijd te geven voor het werk aan de geloofsgemeenschap, dan is het het moment om daarmee voor de dag te komen. Er zijn domweg meer mensen nodig om het kerkenwerk te dragen — vanzelf gaat het niet. Dan, tot slot. Soms hoor ik dat mensen denken dat ik het wel héél erg druk moet hebben in onze ene, samengevoegde gemeente. Maar vergeleken met m’n vorige gemeenten is Fivelstroom de kleinste. Dat wil niet zeggen dat alles hetzelfde blijft. Ik kan mij bedenken dat er gemeenteleden zijn die verschillen merken tussen het predikanten werkvan ‘vroeger’ en dat van ‘vandaag’. En dat klopt wel, denk ik. Meer en meer zullen predikanten zich concentreren op de kern taken: kerkdiensten en (crisis)pastoraat. Voor de praktische organisatie zal steeds minder tijd zijn en dat zal dus door anderen gedaan moeten worden.
Wat ik hiermee wil zeggen: als je mij wilt spreken, denk dan nooit dat ik daarvoor te druk ben. Ik heb altijd alle tijd om langs te komen. Altijd. Dus. En als ik niet vanzelf kom, bel mij dan: kleine moeite, snelste effect:
06 53 67 2710. André