De weg naar het kruis

Mij is gevraagd een verslag te schrijven van de Paaswandeling. Maar voordat ik daarmee begin, eerst een woord van waardering voor iedereen die deze wandeling mogelijk heeft gemaakt. Iedereen die dit leest, weet vast wel welke rol hij of zij heeft gespeeld in dit bijzondere gebeuren: bedankt!

Op weg naar Pasen

Het is vrijdagavond 11 april en wij gaan, zoals elk jaar, samen op weg naar Pasen. We worden hartelijk ontvangen in de kerk aan de Tuinbouwstraat, met een kopje koffie. We luisteren naar jonge mensen die zingend getuigen van hun geloof.

Voordat we aan onze tocht beginnen, worden we met ons groepje in een busje naar de kerk in Eenum gebracht. Het voelt meteen goed: er zijn geen kerk of dorpsgrenzen. We zijn direct vertrouwd met elkaar. In Eenum beginnen we letterlijk in de voetsporen van Jezus te lopen. We komen eerst langs de man met de kruik. Jezus had Petrus en Johannes opgedragen een zaal voor het Pascha te zoeken:

“En wanneer jullie de stad binnenkomen, zullen jullie een man tegenkomen die een kruik met water draagt; hij zal jullie een zaal wijzen. “

Voor ons is dat het kerkje van Eenum, waar buiten een vuurkorf brandt met een

afbeelding van de avondmaalstafel prachtig!

In de kerk reinigen we onze handen. Renze vertelt ons over de gebruiken van het Pascha. Daarna gaan we, verlicht door fakkels, vrolijk op pad nog niet helemaal in de stemming van de moeilijke lijdensweg die Jezus moest gaan. We lopen het kerkpad af richting de Lopsterzuiderweg. In de verte zien we weer een mooie vuurkorf. We luisteren naar het Ubi Caritas:

“Waar liefde is, daar is God. ” De zangers worden begeleid door een ouderwets traporgeltje. Dat herinnert mij aan vroeger: mijn moeder speelde ’s avonds op zo’n orgeltje, en wij zongen als gezin uit volle borst, bijvoorbeeld: “Op die heuvel daarginds stond een ruwhouten kruis. ”

Langzaam verandert onze stemming. Het is een prachtige, stille avond. De lucht kleurt nog een beetje rood. En dan zeg je tegen elkaar: wat is dit toch indrukwekkend — om na zoveel eeuwen symbolisch de lijdensweg van Jezus te volgen.

We pakken een steen om straks bij het kruis te leggen. Op de steen schrijven we woorden: liefde, hoop, nieuw leven. Ondanks de fakkels struikelen we af en toe, maar dan zeggen we: Jezus had het veel moeilijker. Hij moest zijn kruis zelf dragen. Onderweg klinkt een passend gedicht. We komen bij een vuurkorf waar we een marshmallow verwarmen, en dan klinkt een stem: “Hé, jij daar… Jij was toch ook bij die Jezus? Die beweerde dat Hij de Zoon van God

Tot driemaal toe wordt het ontkend. Ja, Petrus, die bij het Pascha nog zei dat hij met Jezus wilde sterven.

We weten wat er nu komt en toch komt het dichtbij. In de voelbare stilte… kraait de haan. We voelen steeds meer hoe verlaten Jezus zich heeft gevoeld. Zelfs door de mensen die het dichtst bij Hem stonden.

Als we verder wandelen, staat daar ineens een verslaggeefster van RTV Noord die verslag doet van de gevangenneming van Jezus.

Malchus treedt op als getuige.

“Ja, ik was erbij. Het was verschrikkelijk.

Judas, ook een discipel van Jezus, verraadde Hem met een kus. Ze spuwden Hem in het gezicht, sloegen Hem. Er werden zwaarden getrokken, en een knecht van de hogepriester sloeg mij het rechteroor af. Ik was nog niet van de schrik en pijn bekomen, of Jezus had mijn oor weer genezen. Onbegrijpelijk.. ‘l En zo sleepten ze Jezus naar Pilatus. Pilatus vindt geen reden om Hem aan te klagen. Hij wil zijn gezicht redden en laat Barabbas komen daar zullen de mensen vast voor kiezen. Maar zijn spelletje mislukt. Wat zouden wij gedaan hebben, als mensen ons ervan hadden overtuigd dat Jezus een slecht mens was? We verplaatsen ons naar het Marktplein in Loppersum. Het is alsof we tussen de mensen staan en schreeuwen:

“Laat Barabbas vrij! “

Pilatus zit daar, op een verhoging bij de Petrus en Pauluskerk, en roept: “Wat doen we met

En wij… “Kruisig Hem! “

Hoe zinvol is deze tocht — om zo bepaald te worden bij ook onze eigen tekortkomingen: zoals bij de geldzucht van Judas, de lafheid van Petrus, de schijnheiligheid van Pilatus. Ze krijgen allemaal spijt. En wij zouden ook spijt gekregen hebben, van ons geschreeuw.

Bij de klanken van een laatste lied naderen we het einde van de lijdensweg. We zien soldaten die de wacht houden, een wenende Maria, drie verlichte kruisen op een heuvel: Golgotha. Dat betekent: Gods liefde voor alle mensen. We leggen onze stenen onder aan het kruis en staan daar met gemengde gevoelens. Liefde. Hoop. Nieuw leven. Ja, een nieuw begin — voor alle mensen. Want het wordt Pasen, het belangrijkste feest in onze christelijke beleving. En op eerste Paasdag zingen we uit volle borst: “Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan… ”

Onze tocht gaat verder langs mensen van de muziekvereniging, die ons nog even in de sfeer van het gebeuren houden. En dan, heel gewoon, midden in onze tijd, staat Ko ons op te wachten. Hij brengt ons veilig naar de boerderij van IJsbrand en Sjoukje, waar we door hartelijke mensen worden verrast met een hapje en een drankje. Een gezellig besluit na een zinvolle wandeling. En wij zeggen: Tot volgend jaar bij leven en welzijn.

Jansje van Houten – Wierenga

Protestantse Gemeente Fivelstroom te Loppersum en omstreken