Meditatie juni 2025

Hoop

Geloof, hoop en liefde. Het zijn drie begrippen die net zo moeilijk los van elkaar zijn te zien als Vader, Zoon en Geest. Van die drie begrippen vind ik ‘hoop’ wel de moeilijkste in het huidige tijdsgewricht. Hoe houd je anno 2025 in vredesnaam hoop?
“Ik denk er maar niet te veel over na” zei één van mijn kinderen laatst. Ze bedoelde de hele toestand in de wereld, die zo moedeloos- makend is. Machthebbers die doen alsof mensenlevens niets waard zijn, brandhaarden, oorlogen, haat, onverschilligheid… Een poos later zei iemand anders: “ik geloof er niet in, dat er ooit wereldwijde vrede zal zijn.” Zelf heb ik met dat laatste ook vaak moeite, en toch. Toch wil ik blijven geloven, hopen, tegen de klippen op, dat het eens beter wordt. Dat de zachte krachten zullen winnen. Maar hoe dan, hoe voorkom je dat je lamgeslagen en gedeprimeerd in een hoekje gaat zitten?


We hebben een cirkel van betrokkenheid en een cirkel van invloed. Die cirkel van betrokkenheid is (bij mij in ieder geval) veel groter dan de cirkel van invloed. Beelden van over de hele wereld staan op ons netvlies gebrand. Het is pijnlijk te moeten constateren dat we bitter weinig invloed hebben op veel situaties. Het gevaar ligt op de loer om dan maar te denken dat we niets anders kunnen dan er maar niet te veel aan te denken. Maar de cirkel van invloed is er toch ook, en die is groter dan wij soms geneigd zijn te denken.


Laten we dat woord ‘hoop’ eens nader bekijken. Hoop wordt vaak als synoniem van optimisme beschouwd, maar het is nuttig om een onderscheid tussen die twee woorden te maken. Optimisme is de passieve overtuiging dat het wel goed komt. Als je optimistisch bent verwacht je een goede afloop. In die verwachting kun je teleurgesteld worden en dat slaat lam. Een goede afloop, die hebben wij als individuen niet in de hand.


Hoop is iets anders. Hoop is het vertrouwen dat datgene wat je doet van belang is, omdat het goed is. Hoop houdt in: “Ik weet dat het kwaad bestaat, ik weet dat er dingen misgaan, maar toch zet ik me met al mijn vezels in voor wat ik geloof dat goed en waar en rechtvaardig is” (Mpho Tutu van Furth). En dán heb je opeens iets in handen waar je wèl wat mee kunt: vóór alles trouw zijn aan je geloof, dat is (onder andere) de vreemdeling verwelkomen en zorgdragen voor de schepping. Dat alles binnen je eigen cirkel van invloed, maar toch. Hoop is blijven kiezen voor het goede, zelfs als je geen idee hebt of het zal helpen. Hoop is handelen op basis van de overtuiging dat dat wat je doet betekenis heeft, ongeacht of het iets oplost. Hoop is een gerichtheid van de geest, een

gerichtheid op Gods bedoeling met de mensheid, met de wereld. Niet dat dat altijd gemakkelijk is, soms slaat de wanhoop toe. Je voelt de hoop niet meer. Maar zij blijft wel aanwezig; in het feit dat we doorgaan, in het feit dat de hopeloosheid pijn doet, in het feit dat we blijven geloven en liefhebben. Charles Péguy schreef er het gedicht Het kleine meisje hoop over, dat op pagina 6 is te lezen.


De wereld redden kunnen we niet. Maar dat meisje van de hoop komen we vast af en toe tegen, en we kunnen ervoor zorgen dat anderen haar zo nu en dan zien.
Gerda Potze

Protestantse Gemeente Fivelstroom te Loppersum en omstreken